Dag 5 (woensdag): van Serengeti naar Ngorogoro

14 augustus 2013 - Serengeti National Park, Tanzania

Om 5.45 uur loopt onze wekker af want we gaan voor een sunrise game drive. Elke ochtend zijn we tot op heden wakker geworden terwijl de lucht naar stof ruikt, vrij apart. Het liedje 'another one bites the dust' is voor ons zeker van toepassing. Clement was nergens te bekennen en mr. Bean had ook geen idee, dus eerst maar een kop thee/koffie en wat koekjes, en om 6.30 kon onze trip beginnen. Het was ietsje later, want toen wij nog sliepen had Clement geprobeerd te auto te starten, maar helaas ... Startkabels en een klein bezoekje aan de garage waren nodig om ons rijdende te krijgen. Wat een gigantisch gave zonsopkoms! 

Na wat rondrijden bleek er een grote groep leeuwen met kleintjes op de weg te lopen/liggen. We konden ze bijna aanraken. Ze hadden wat zwijnen (hun favoriete eten) en gazelles op het oog, maar de uitgevoerde jachtspektakels waren met positief resultaat voor hun prooi :). Soms is het - vanwege dat het nu hoogseizoen hier is - spot de auto's in plaats van spot het dier. Als er veel auto's staan dan is er vaak een cheetah of luipaard gespot, en dan racet iedereen ernaar toe. Toen er een luipaard op de grond en later in de boom gespot was, stonden er zeker 40 auto's te kijken. Maar Clement regelt weer de beste spot voor ons, hij krijgt het elke keer weer voor elkaar! Op 3 minuten rijden van onze campsite komen we nog vijf olifanten tegen en dan snel inpakken en ontbijten om 9.15 uur. 

Om 11.15 uur konden we onze game drive uit Serengeti naar Ngorogoro aanvangen. Onze - inmiddels onbetrouwbare - auto moest zelfs nog een andere jeep uit het zand duwen omdat deze vast stond. Het tafereel ziet er dan als volgt uit: met de grill wordt de andere jeep vanaf de achterkant een beetje opgeduwd, en hop, dan kan iedereen weer vrijuit rondrijden. Om 13.00 was het  tijd voor onze inmiddels befaamde lunchbox, welke we genuttigd hebben op een grote picknickplaats bij het uitcheckpunt van Serengeti en de entree tot Ngorogoro. Al met al nam het verkrijgen van de permit voor toegang tot Ngorogoro enige tijd in beslag: Clement moest een hele tijd in de rij staan tussen alle andere tourgides, wat een bureaucratie. Om 15.15 hadden we een andere grotere auto gekregen, maar Clement was niet tevreden, dus waarschijnlijk zouden we in Karatu weer een nieuwe krijgen. 

Om iets over half vier werd Clement gebeld dat de zojuist door ons verlate auto panne had gekregen waarbij het rechter achterwiel er compleet was afgevlogen! Hoe bizar, alle bouten moesten wel afgebroken zijn ... Oftewel, wij konden weer 30 minuten terug rijden om eea in orde te maken. Mr. Bean bleek inmiddels een spoedlift gekregen te hebben naar de camping en had al onze spullen al meegenomen. Uiteindelijk werd besloten dat de kapotte auto in Serengeti bleef staan en dat de 2e driver naar Karatu zou gaan om onderdelen te halen en de volgende dag de auto zou proberen te laten repareren. 

Om 16.45 uur kwamen we aan bij de shifting sands. Dit is een bergje van magnetische as wat vele jaren geleden door een vulkaan (Oldoinyo Lengai) 100 km verderop is uitgespuugd. Elk jaar verschuift dit bergje 17 meter, wat elke 5 jaar gemarkeerd is met paaltjes. Volgens de Masaai-traditie verdwijnen al je problemen (bijv echtscheiding) als je een nachtje op dit zand slaapt. Uiteraard heb ik er dus ook maar even op gelegen, al zat een overnachting er voor mij niet in :P.  Maar überhaupt erop lopen leidt al tot 'blessing'. Om 17.15 kwamen we aan bij de Olduvai Gorge vallei. Hier doen archeologen veel onderzoek omdat er aardlagen zichtbaar zijn van 20 miljoen jaar geleden tot nu. Hier is onder andere de eerste humane schedel ('Lucy') gevonden. 

In Ngorogoro is de natuur ineens zo anders: uitgestrekt dor graslandschap met nauwelijks dieren. Clement legt ons uit dat in februari/maart er ruim 1.5 miljoen wildebeesten zijn die de mineraalrijke grassen eten. Voorts zetten ze er ook hun kinderen op de wereld. Het eten van dit gras leidt tot goede melk voor de kinderen. We voelen ons weer even zoals in Botswana: smalle paden tussen de takken door en heel veel zand (lees: de auto fungeert als hobbelpaard). 

We hebben overnacht op Simba Public Campsite. Er stonden meer dan 100 tentjes, iedereen met zijn eigen cooker die allemaal in een grote ruimte stonden te schreeuwen voor het beste plekje. Onze tafel stond gedekt klaar midden op een grasveld temidden van alle andere tafeltjes. Het was weer pikkedonker, ook in het sanitairgebouw. En dat laatste was maar goed ook: wat een smerige en stinkende bedoening. Geen normale wc's en de douche was steenkoud (en daar hebben we ons dus maar niet aan gewaagd). Een bushtoilet leek mij de meest schone oplossing, maar nadat ik goed en wel een plekje had gevonden, bleek er ineens een man op 3 meter afstand van mij te roken ... Karibu (welkom) ... Ik hoefde dus niet meer :) 

Foto’s