Dag 8 (zaterdag): Mangola Plantation

17 augustus 2013

Voor de zekerheid hebben we geslapen in lakens die we ook in de slaapzakken gebruikt hebben op de campings. Om 5.30 uur ging de wekker en om 6.00 uur zaten we na een kop thee in de auto op weg naar Omari - onze guide - die we op zouden pikken zodat we naar de Hadzabe (bushmen) konden. Op weg naar het dorpje zijn we nog 5-10 minuten verdwaald in het donker ... 

Voordat we de bushmen gevonden hadden, moesten we eerst 5 minuten door de bush (rotsachtig terrein: halfhoge struiken met soms flinke doorns waar je met je kleren of je haar achter blijft hangen, zand, en stenen). We komen eerst bij een groep mannen terecht waar pap en ik vuur hebben leren maken met hout op een speer. Het vuur was nodig om de pijp met marihuana erin aan te steken. Ze roken het trouwens ook gewoon in bladeren zouden we later zien. De mannen leven gescheiden van de vrouwen, die we later zien zitten in een kringetje met de kinderen. Een van de vrouwen toont mij hun hutje: een paar gebogen takken met hier en daar wat ingevlochten gedroogde takken en bladeren. Ik en mam moeten er ook in gaan zitten met wat vrouwen. Hop, ik krijg een kind van max 2 weken oud in m'n armen geduwd en pap neemt wat foto's. Later zijn de rollen omgedraaid als pap erin zit met wat mannen. Ik neem een foto terwijl ik die baby nog in m'n armen heb, schijnt ze niet te deren. Ik zei nog tegen mam: 'ik weet dat deze baby's geen luier aan hebben' ... Mam zei: 'geef het dan snel terug'. Maar het was al te laat ... M'n broek kreeg wat verfrissing zullen we maar zeggen :P.  

Tijd om te gaan jagen ... De bushmen - 3 in totaal waarvan 1 kindje - hebben totaal geen moeite met het terrein, terwijl wij de doorns proberen te ontwijken en soms zelfs even vast zitten. Hun GPS bestaat uit bergen en bomen (met name de Baobab tree). Als we de bush met ze in gaan om te jagen zijn ze nog zwart, maar bij terugkomst grijs van het stof en vol met schrammen op hun armen en benen. Na 20-30 minuten lopen, hebben ze een eekhoorn in het vizier in een dood stuk boom. Na het weg slaan van stukken hout met een steen, spietst een van hen de eekhoorn aan twee speren en toont hem triomfantelijk aan ons. Ze maken iets verderop een vuurtje, gooien de eekhoorn er compleet op (zonder rooster ;)) en wachten tot deze aardig zwart geblakerd is. Dan wordt de buik open gesneden en de darmen eruit gehaald. Het hart en de lever eten ze zo (in mijn ogen compleet rauw) op en het beestje wordt weer op het vuur gelegd. Na enige tijd verdelen ze het in drieën en smikkelen ze alles (maar dan ook alles, inclusief botten) op. Pap en ik waren blij dat ze ons niets aanboden, en mam was überhaupt op gepaste afstand gebleven, die hoefde het niet te zien. Na het jagen proberen pap en ik het boogschieten nog uit, maar duidelijk dat mijn talenten daar niet lagen :P.

's Middags blijkt dat de echte Hadzabe verder weg getrokken zijn en dat de mensen die wij bezocht hebben een afsplitsing ervan zijn, speciaal voor de toeristen. Dat viel ons - en Clement ook - wel een beetje tegen, maar we vermoedde het al wel. De gids had namelijk uitgelegd dat Hadzabe nooit naar het ziekenhuis gaan maar alleen local medicine toepassen. Was dat nu even toevallig dat ik er zelf een aantal op de Eerste Hulp gehad heb :P. 
Hadzabe vechten niet maar verhuizen dan gewoon. Verder trouwen ze alleen binnen hun eigen groep en zijn ze monogaam. Andreas vertelde ons nog bij het diner dat Hadzabe overtuigd zijn van het feit dat God alleen de mensen gecreëerd heeft. Toen er hierover een aantal jaren geleden een soort revolutie binnen de groep kwam, zijn de opstandelingen verjaagd. Men gelooft nu dat deze verjaagde Hadzabe de dieren en planten geworden zijn ... en ja, dan is de cirkel weer rond want daar leven ze van. 

Al met al omschreven pap en mam deze mensen als 'vies' en 'smeerpeuken'. Mam had de indruk dat alle vrouwen ziek waren, maar dat kwam denk meer door de viezigheid op hun lichaam en kleding, en dat een aantal oogziekten hadden. Een man had lepra doorgemaakt en dat was duidelijk te zien, met name aan zijn handen. Aangezien ik dat in Nederland zelden zie, had ik uitgelegd dat ik arts was en gevraagd of ik een foto mocht nemen (met gebaren, want ik spreek hun taal niet en zij geen Engels of Swahili). Geen probleem en hij vond het grappig daarna de foto's te mogen bekijken. 

Na het ontbijt was het tijd voor het bezoeken van spring water en een uienplantage. Bij aankomst op Mangola Plantation stond weer koffie en thee gereed en werd er druk gewerkt aan de lunch. Na de lunch tijd voor wat relaxen in de schaduw - want in de zon was het veel te heet - en heb ik het spel UNO gespeeld met de cookers, Andreas en Clement. De sunset hebben we bekeken vanaf een rotsenpartij, erg mooi! Helaas was het wel wat bewolkt, dus een volledige sunset zat er niet in.

Foto’s